Het nieuwe pensioenakkoord heeft consequenties voor de zestiger die binnenkort met pensioen mag. De afspraken die zijn gemaakt door vakbonden, werkgevers en kabinet pakken financieel nadelig uit voor oudere werknemers.
Zestiger levert in
In het nieuwe pensioenakkoord is de AOW-leeftijd bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Het was de wens van de vakbonden om de pensioenleeftijd omlaag te krijgen, maar dit heeft wel consequenties voor de hoogte van het pensioengeld. FNV-vicevoorzitter Tuur Elzinga, die als onderhandelaar nauw betrokken was bij het akkoord, zegt dat dit een bewuste keuze was tijdens de onderhandelingen. Elzinga zegt het volgende: “Wij willen graag eerder stoppen, dat was een duidelijke wens van de vakbeweging. De consequentie is dat het een beetje opbouw scheelt. Je mag er ook langer van genieten. Daar betalen we graag voor.”
Vragen over hoogte pensioen
Volgens Elzinga begrijpt de FNV-achterban de afweging wel, ondanks de bijna 100 vragen die erover werden gesteld. Elzinga: “Als we uitleggen hoe het zit, vinden mensen dat over het algemeen logisch.” Niet alleen de vakbond krijgt vragen over pensioengelden, ook bij ambtenarenpensioenfonds ABP stromen de vragen binnen. Een ABP-woorder geeft aan dat het pensioenfonds veel vragen krijgt over persoonlijke prognoses.
Daarnaast stelt Pensioenfondsenkoepel Pensioenfederatie dat eerder stoppen met werken een keuze is van de werknemer. Volgens een woordvoerder van de pensioenfondsenkoepel kunnen werknemers daarover in gesprek met hun werkgever. Deze overtuiging wordt niet gedeeld door werkgeversvereniging AWVN. De werkgeversvereniging stelt dat afspraken over langer doorwerken eerder uitzondering is dan regel. Ter illustratie, het bereiken van de AOW-leeftijd betekent ook einde arbeidsrelatie in de meeste cao’s.
Bron: Volkskrant, 12 augustus 2019