Het UWV presenteert ieder jaar een arbeidsmarktprognose. Vandaag verscheen de prognose voor 2021-2022 waarin het UWV een eerste herstel van de arbeidsmarkt voorspelt. Al verwacht het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen – waar UWV voor staat – geen toename van het aantal banen, zij voorspelt wel een stijging van het aantal uren dat mensen (gaan) werken.
Slag om de arm
Het UWV baseert haar prognose op ramingen van het Centraal Planbureau (CPB), maar houdt een slag om de arm. Volgens de samenstellers van de prognose zijn er altijd onzekerheden en die zijn nu groter dan anders. Het herstel dat het UWV signaleert, zit vooral in een stijging van het aantal gewerkte uren met 2 procent. Die stijging bevindt zich vooral onder mensen die vorig jaar minder gingen werken, maar door de steunmaatregelen hun baan behielden. Een echte groei van het aantal banen verwacht het UWV pas in 2022 en schat op een stijging van 1,3 procent.
Groei uitzendbranche
De verwachte groei is volgens het UWV sterk sectorafhankelijk. De uitzendbranche zal in ieder geval juist groeien. Werkgevers nemen na een crisis namelijk niet direct vast personeel in dienst en kiezen liever voor flexwerkers. Ze hebben dan de ruimte om het nog even aan te kijken en eventueel nog af te schalen als dat nodig is. Maar ook op andere punten dicht het UWV de uitzendbranche een belangrijke rol toe, vooral bij het van-werk-naar-werk helpen van mensen.
UWV in nieuwe P.zine
Ruim een kwart van de mensen met een WW-uitkering vindt weer werk via uitzenders. En dankzij die hulp heeft de helft na een jaar een vaste baan. Sven van Brakel, adviseur publiek private samenwerking bij het Landelijk Werkgevers Servicepunt Flex van het UWV, pleit in de nieuwste P.zine voor meer samenwerking tussen uitzenders en het sociaal domein. Hij kijkt in zijn stuk ook kritisch naar het SER-advies dat vorige week verscheen, gericht op hervorming van de arbeidsmarkt. De visie van dr. Job Hoogendoorn in dezelfde P.zine sluit hier mooi op aan. Hoogendoorn stelt dat het rendement op de inhuur van flexkrachten nog altijd onveranderd hoog is en zal blijven, ondanks toegenomen kosten door de WAB of voorstellen in het onlangs verschenen SER-akkoord.
Bron: AD, 10 juni 2021